Wat gezegd mag worden
Ik hoor het mezelf zeggen:
dat er iets bijzonders gebeurde
na het overlijden van mijn vader.
In plaats van dat ik voelde
dat hij weg was, nam hij een
plek
in binnenin mij.
Alsof er iets klikte en hij
ineens veel dichterbij was,
dan dat hij ooit was geweest.
Het bracht verwarring,
omdat men van mij verwachtte
dat ik verdrietig zou zijn,
maar hoe kon ik verdrietig
zijn als ik voelde dat hij
dichter bij was dan ooit.
Ik sprak het naar mijn broer
zo uit, pas bijna
10 jaar
na zijn overlijden.
Mijn vader is nooit weggegaan,
hij heeft enkel zijn lichaam verlaten.
We spraken over geboorte en dood
en dat het leven door beide
oneindig stroomt.
En dat hoe je de dood ervaart
afhankelijk is van hoe je er naar kijkt.
Na dit gesprek was ik
zelf verbaasd over mijn openheid
hierover
naar hem toe.
Dat ik zo in mijn vrijheid sprak.
Want ook al ben ik heel open
over alles in mijn schrijven,
ik weet dat mijn familie geen
idee heeft van wie ik werkelijk
ben
en hoe ik zaken zie en voel.
Niemand volgt mij en
daar heb ik mij al jaren geleden
bij neergelegd, ik hou
gewoon mijn mond.
Afgelopen
anderhalf jaar is daar
wel verandering in gekomen
omdat we allemaal min of meer
gedwongen worden om onze eigen
plek in te nemen en eigen keuzes
te maken.
En ook in mijn familie maken
we verschillende keuzes
en dat respecteren we van elkaar.
Maar nu kwam er
een oprechte vraag
en reageerde ik met
zoals ik het zie en voel.
Blijkbaar zijn we een nieuwe fase
ingegaan en is er de ruimte om
dit te bespreken en voel ik me
vrij genoeg om vanuit mijn hart
en voelen dat te zeggen wat
gezegd mag worden.
Lichtflits